2010 Herziene Statenvertaling

Herziene Statenvertaling (HSV)

Royal Jongbloed 2010

Het eerste exemplaar van de Statenvertaling werd op 17 september 1637 aangeboden aan de Staten-Generaal. In 1618 had de Dordtse Synode de opdracht gegeven. De Herziene Statenvertaling werd toepasselijk in Dordrecht gepresenteerd, op 4 december 2010 en een dag later in Leuven.

Aanleiding

Het Initiatief tot herziening van de monumentale Statenvertaling kwam van de Gereformeerde Bond. Binnen de Nederlandse Hervormde Kerk ontstond het plan voor een hertaling van de Statenvertaling. In 2002 is men gestart. Het motief was liefde en groot respect voor de Statenvertaling en zijn kanttekeningen én de vertalers. Stichting Herziening Statenvertaling: “Er is tegenwoordig zoveel meer bekend over grondtaal en grondtekst dat we geen recht doen aan de bedoeling van de Statenvertalers, als we enkel wat verouderde woorden vervangen. (…) We moeten als het ware weer met de Statenvertalers rond de tafel gaan zitten en gezamenlijk opnieuw de oorspronkelijke grondtekst gaan lezen”. Het doel was ook om fouten uit de SV te herstellen: “Geen enkele vertaling is volmaakt en dat geldt ook voor de SV”.

Hertaling of herziening?

Volgens de Stichting Herziening Statenvertaling was het doel ‘de Statenvertaling (…) voor de generaties na ons te behouden, maar dan wel in een meer eigentijdse verwoording en aangepast aan het hedendaags woordgebruik’. Er is niet voor gekozen een verklarende woordenlijst naast de oude tekst op te nemen, zoals in de ‘Bijbel met uitleg’ (Statenvertaling, uitgave De Banier), maar de tekst grondig te herzien. Bewust is dus gekozen voor een herziening en niet voor een hertaling. Een voorbeeld: Barabbas wordt in de Statenvertaling een ‘moordenaar’ genoemd. Bij een hertaling zou dit woord ongemoeid blijven. Feitelijk was Barabbas echter een rover of een misdadiger. Dit is dus een herziening. Het was voor de herzieners moeilijk om de originele tekst geen geweld aan te doen en toch de leesbaarheid te vergroten, vooral voor jongeren. Dus wel statig maar niet te populair.

Methode

Gekozen is dus voor een herziening. Daarbij is gebruik gemaakt van de Statenvertaling met kanttekeningen van 1657, de grondtekst en andere vertalingen. Twaalf grondtekstkenners hebben Bijbelboek voor Bijbelboek vertaald. Samen met een neerlandicus maakten ze een tweede versie. Deze werd in een resonansgroep besproken. Het resultaat was een derde versie, die aan het bestuur werd voorgelegd. In het vertaalproces lag minder nadruk op de doeltekst dan andere recente vertalingen.

Kritiek

Omdat dit een herziening is van de monumentale Statenvertaling was het te verwachten dat er kritiek zou komen van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS). Deze vindt de HSV geen herziening maar een geheel nieuwe vertaling. De GBS: “Heel jammer is het dat in de HSV ‘gij’ bijna overal is veranderd in ‘u’. Ook als het over de Heere gaat. In bijvoorbeeld het Hogepriesterlijk gebed (Johannes 17) komt dit niet verheven over. Het zou een grote verarming zijn als wij hierdoor vervreemden van de aanspreekvorm ‘Gij’ in het gebed. Voor ons als GBS allemaal redenen om onze jeugd blijvend vertrouwd te maken met de bestaande tekst van de Statenvertaling.”

Kenmerken

Om de eigenschappen van de HSV te verklaren, volgt hier een beknopte opsomming, toegelicht met een enkel voorbeeld:

  1. Net als in de Statenvertaling gebruikt ook de HSV ‘HEERE’ voor de Godsnaam.
  2. Consistentie; er is goed bijgehouden hoe elk Hebreeuws of Grieks woord is weergegeven, afhankelijk van het zinsverband. ‘Sjeool’ is zoveel mogelijk ‘graf’ geworden.
  3. Leestekens; daar waar ‘zeggende’ gebruikt wordt om een citaat aan te geven staat nu een dubbele punt.
  4. Cursivering; woorden die zijn toegevoegd om de leesbaarheid te vergroten, zijn cursief.
  5. Hoofdlettergebruik; waar Jezus in de Statenvertaling het ‘Leven’ en het ‘Licht’ wordt genoemd, is dat in de HSV zonder eerbiedskapitaal.
  6. Voetnoten; de oorspronkelijke kanttekeningen zijn niet herzien. Slechts bij teksten die letterlijk vertaald toch onbegrijpelijk zouden zijn, is een voetnoot geplaatst.
  7. Naamvallen; ‘des’, ‘der’ en ‘den’ worden vaak weergegeven met ‘van’. 2 Thessalonicenzen 2:13: waar ‘heiligmaking des Geestes’ stond, werd dit: ‘heiliging door de Geest’. Maar wel is gebleven: ‘Zoon des mensen’.
  8. De aanvoegende wijs wordt niet meer gebruikt. 1 Korinthe 9:27: ‘zelf verwerpelijk worde’ werd: ‘zelf wordt afgewezen’.
  9. De gebiedende wijs laat door de huidige spellingsregels niet meer zien of het de enkelvouds- of meervoudsvorm betreft.
  10. De spelling van namen is bijna gelijk aan de SV. Maar Cusch is nu Cusj. Hizkía en Jehiskía, dezelfde persoon, zijn nu overal weergegeven met Hizkía, ondanks de verschillende schrijfwijzen in de grondtekst.
  11. Tutoyeren: ‘gij’ is ‘u’ geworden, kinderen worden getutoyeerd, ook als ze elkaar aanspreken. Jezus vraagt aan zijn discipelen: “Maar u, wie zegt u dat ik ben?”
  12. Hebreeuwse en Griekse werkwoordsvormen zijn in het Nederlands niet weer te geven. Daarom staat soms de spreker cursief boven het gesprokene, bijvoorbeeld in het Hooglied: ‘zij’.
  13. Accenten op persoonlijke voornaamwoorden komen in SV niet voor. In de herziening geven ze bijzondere nadruk of tegenstellingen weer. Jesaja 65:13: “Mijn dienaren zullen eten, maar ú zal hongerlijden”.
  14. Idiomatische uitdrukkingen uit de grondtekst zijn moeilijk te vertalen en moeten aan het huidige begrip aangepast worden. Genesis 43:3: ‘mijn aangezicht niet zien’ werd ‘mij niet meer onder ogen komen’.
  15. Gevoelige begrippen zoals zaligheid en verdoemenis hebben een speciale betekenis voor Statenvertaling-lezers. De herzieners hebben hier moeilijke beslissingen moeten nemen. ‘Lankmoedigheid’ is toch ‘geduld’ geworden, maar ‘goedertierenheid’ is gebleven.
  16. Poëzie wordt onderscheidend weergegeven door witregels tussen de strofes en teksten te laten inspringen.
Versies

De Herziene Statenvertaling kent veel versies. Er zijn een Gespreksbijbel, Notitiebijbel, Mannenbijbel, Vrouwenbijbel en een Jongerenbijbel. Een Bijbelstudent zal kiezen voor de omvangrijke Studiebijbel. Deze verscheen in 2014 en bevat uitgebreide verklaringen, verwijsteksten en heel veel afbeeldingen, kaarten en tabellen. Daardoor neemt de feitelijke Bijbeltekst vaak soms maar een derde van de bladzijde in.