Geschiedenis

Geschiedenis van de Nederlandse Bijbelvertaling in druk

De vondst van Doedes…

Welk een genot, zoo eensklaps voor historische geheimen te staan, die geheel onverwachts ontsluierd worden; …verder en dieper in het verledene te mogen doordringen op het gebied der geschiedenis, en het voorrecht te hebben van ook iets … bijtedragen tot uitbreiding van onzen geschiedkundigen horizont.” (J.I. Doedes, Utrecht – 1872).

De Utrechtse hoogleraar, Jacobus Isaac Doedes (1817-1897) verkeerde in extase door een buitengewone boekenvondst in “de bovenvertrekken van een oude Gelderschen, middeneeuwschen toren”. Later bleek dit één van de grootste ontdekkingen in de geschiedenis van de gereformeerde Bijbel in het Nederlandse taalgebied. De vondst betrof ondermeer het Mattheüs-evangelie naar de vertaling van Johannes Pelt uit 1522 en een Antwerps Nieuw Testament, uitgegeven door Adriaan van Berghen in 1523.

Het is niet moeilijk zich te verplaatsen in de gevoelens van Doedes. Het verhaal van de geschiedenis van de Bijbel in de Lage Landen is immers qua omvang en kleur uniek. In de eerste helft van de 16e eeuw bijvoorbeeld was de havenstad Antwerpen het handelscentrum van de toenmalige wereld. De vele actieve boekdrukkers in die periode maakten de Scheldestad tot het kloppende hart van de Reformatie. Maar ook daarna – in dezelfde eeuw en degenen die zouden volgen – voegen belangrijke stukjes toe aan de exclusiviteit van dit verhaal. Tot vandaag heeft historisch onderzoek een grote oogst aan fascinerende gegevens opgeleverd!

Deze pagina presenteert een algemeen, historisch overzicht van de voornaamste vertaalinitiatieven in de Lage Landen, vanaf de uitvinding van de boekdrukkunst in de 15de tot en met de digitale 21ste eeuw. Hierin wordt een extra accent gelegd op de weergave van de godsnaam in het Oude Testament, het zogenaamde Tetragrammaton of de vier Hebreeuwse letters: JHWH.